Als er één overeenkomst is tussen de drie hyperscalers die het grootste deel van de IaaS-markt in handen hebben, dan is dat wel het feit dat zij voor hun eigen overige dienstverlening sterk afhankelijk zijn dienstverlening die met IaaS in te vullen is. Wanneer er wordt gekeken naar Amazon, dan is wat is uitgegroeid tot AWS ooit ontstaan om een eigen behoefte in te vullen.
Wanneer er wordt gekeken naar Google en Microsoft, dan valt iets vergelijkbaars op. Het zijn bedrijven die voor hun overige dienstverlening in een enorme mate gebruik maken van IT-infrastructuur. Wanneer zij die eigen behoefte invullen op basis van hun eigen IaaS-aanbod, dan is de kans groot dat zij zelf de grootste gebruikers van hun eigen diensten zijn.
De basis van het succes van deze partijen is daarom niet zo zeer dat zij op een dag clouddiensten zijn gaan aanbieden. Elk van de hyperscalers had al een succesvolle business waarvoor IT-infrastructuur nodig is, die in de vorm van IaaS eigenlijk alleen door een hyperscaler kan worden geboden. De infrastructuur die zij toch al nodig hebben, die hoefde alleen maar te worden uitgebreid en verder te worden opgeschaald.
Daar zit dus een groot verschil met vrijwel alle Europese aanbieders van clouddiensten. Dat zijn overwegend partijen die cloud- en hostingdiensten als primaire dienstverlening hebben. De infrastructuur van deze aanbieders is daarom speciaal ontwikkeld om clouddiensten aan te kunnen bieden. Daarmee wordt daarom enkel een behoefte van klanten aan IT-infrastructuur vervuld en verder ligt daar geen (eigen) behoefte aan IT-infrastructuur aan ten grondslag.
Een groot voordeel van nog een andere business hebben, is het feit dat er véél meer kapitaal in de hyperscalers zit, dan in een gemiddeld (Europees) hostingbedrijf. Het kapitaal van de hyperscalers is immers niet alleen bestemd om IT-infrastructuur te financieren, maar is ook in andere bedrijfsactiviteiten geinvesteerd.
Dat zorgt ervoor dat er niet alleen meer kapitaal is geïnvesteerd, maar hyperscalers ook veel minder afhankelijk van het aanbieden van clouddiensten zijn dan partijen die daar volledig in gespecialiseerd zijn. De schaalgrote van de hyperscalers, die dus ook qua kapitaal véél ruimer in hun jasje zitten, zorgt er ook weer voor dat er makkelijker en meer kan worden geïnvesteerd in clouddiensten gezien het maar een onderdeel is van een groter geheel.
De strijd voor het gebruik van cloud- en hostingdiensten van Europese bodem, heeft daarom veel meer om het lijf dan enkel een concurrent zijn van reusachtige aanbieders. Het gaat om reusachtige aanbieders, die véél meer zijn dan alleen een cloudaanbieder, en juist daarom is het zo lastig om met hen te concurreren.