Het WebOps-platform van Cyberfusion heeft een eigen naam gekregen: Cyberfusion Core, dat heeft de directeur William David Edwards bekend gemaakt op LinkedIn. Het geven van een eigen naam aan de afdeling van een bedrijf is op zichzelf niet eens zo bijzonder. Het verhaal dat daarbij hoort is dat wel.

Oorspronkelijk focust Cyberfusion zich op het bieden van hostinginfrastructuur aan klanten. Op een dag was er echter een klant die vroeg of zij de online platforms van de klant konden hosten. De platforms moesten 24/7 beschikbaar zijn voor een paar duizend gebruikers en vier miljoen klanten. Gezien het bedrijf toch al beschikte over de benodigde infrastructuur, besloot dat dit ook prima voor klanten kon worden ingezet.

Dit is vervolgens is uitgegroeid tot de basis van maar liefst 60 dedicated clusters voor een variƫteit aan klanten. Het platform is aan te sturen middels een API en heeft ondersteuning voor Nginx, Apache, MariaDB, PostgreSQL, Elasticsearch, Singlestore, Metabase, Meilisearch, Redis, RabbitMQ, Grafana en Docker.

Het is een casus die doet denken aan hoe de clouddienstverlening van hyperscalers is ontstaan. Die hadden de infrastructuur ook al in gebruik, en hoefden dat vervolgens alleen maar op te schalen, om het ook aan klanten aan te kunnen bieden. Het patroon is in dit geval vrijwel hetzelfde. Cyberfusion loste een eigen probleem op met het WebOps-platform, en hoefde dat vervolgens alleen maar op te schalen.